Bob Marley

6 april 1945 - 11 mei 1981


Bob Marley is geboren in 1945 als Robert Nesta Marley, in het dorpje Rhoden Hall in het district St. Ann.
Samen met Junior Braithwait, Peter (Tosh) MacIntosh en Bunny Livingstone begon Bob Marley de groep 'Wailing Rude Boys' , later afgekort tot 'The Wailers'.
Met behulp van producer Lee Perry transformeerden de Wailers reggae tot zijn meest bekende vorm.
In 1975 gingen de Wailers definitief uit elkaar, omdat Peter Tosh en Bunny Livingstone een solocarriere wilden beginnen. Dit was het startsein van de solocarriere van Bob Marley.
Tijdens zijn optredens zette hij zijn soloact kracht bij door middel van een drietal zangeressen, de I-threes. Dit waren zijn vrouw Rita, Marcia Griffiths en Judy Mowatt. Met hun zang op de achtergrond danste, zong en schudde Marley zijn lange dreadlocks met nog meer succes. Te beginnen met het album Natt Dread in 1975. Waarna albums als Rastaman Vibration, Exodus en Survival volgden.
In de Derde Wereld werd Marley het meest enthousiast verwelkomd. Hij bezong de overgang van Rhodesië naar Zimbabwe met een nummer en gaf een concert ter gelegenheid van de onafhankelijkheid in Harare op 17 april 1980.
De Zimbabwanen loofden hem als een muzikale Messias. Zijn eigen regering op Jamaica verleende hem de Orde van Verdienste. Voortaan was hij The Honorable Robert Nesta Marley. Bob Marley werd fabelachtig rijk, maar verloochende zijn afkomst niet.
Tegen 1981 was Marley een internationale superster en had hij grote invloed op de muziek van die tijd.
Alleen de studio's in de Verenigde Staten zagen niet veel in zijn Derde Wereld muziek. Hoewel ze tegelijkertijd scoorden met hits van Marley gezongen door een artiest als Eric Clapton. Bijvoorbeeld het nummer 'I shot the sheriff'.
Ironisch genoeg kwam er tijdens een tournee door Amerika, waarmee Marley ook daar hoopte door te breken, een plotseling einde aan de carriere van de superster. Bob Marley stierf op 36- jarige leeftijd aan een hersentumor in het Cedars of Lebanon Ziekenhuis in Miami op 11 mei 1981.
Jamaica eerde zijn gevallen held zoals alleen Jamaicanen dat kunnen.
Marley lag opgebaard in de National Arena van Kingston, op 20 mei, van acht uur 's ochtends tot half zes 's avonds. Hij was gekleed in een pak van blauwe spijkerstof en lag met een Bijbel in de rechterhand en zijn gitaar in de linkerhand. Op zijn hoofd had hij een baret in de kleuren rood, groen en geel van de Ethiopische vlag. Zijn lange dreadlocks waren netjes over zijn schouders gedrapeerd.
Ongeveer 24.000 mensen, onder wie de premier en andere regeringsfunctionarissen van Jamaica, bewezen hem op die dag de laatste eer.
Zijn lichaam is begraven in de heuvels van het district St. Ann, waar hij ook geboren is.
Bron: Ontdek Jamaica

Geen opmerkingen:

Een reactie posten