Annunaki

De Soemerische kleitabletten en hun verrassende inhoud
Het verhaal van de Annunaki en het ontstaan der mensheid ( auteur: Marc Sunaert )
Wie heeft volgens onze wetenschappelijke geschiedenis onze buitenste planeten ontdekt?
De astronomische geschiedenis vertelt ons over de gelauwerde wetenschappers en hun ontdekkingen van hemellichamen.

Uranus werd ontdekt door Friedrich Wilhelm Herschel in 1781.
Johan Gottfried Galle spoorde in 1846 de planeet Neptunus op.
Pas in 1930 werd Pluto ontdekt door Clyde de Tombaugh.
Maar is dat wel zo?

Ontdekt of herontdekt?
In Berlijn, meerbepaald het Pergamon museum, in de afdeling Voor-Azië onder het catalogusnummer VA/243 ligt een oeroude sterrenkaart. Reeds 6000 jaar geleden, was er reeds iemand die in staat was ons zonnestelsel correct en op schaal voor het nageslacht vast te leggen op een rolzegel.
Waar had die persoon de kennis vandaan?

Henry Austen Layard kreeg in 1840 van het British Museum de opdracht om opgravingen te gaan doen aan de Tigris. Een heuvel die door de inheemsen 'Birs Nimrud' werd genoemd, bleken de overblijfselen te zijn van een heel oude Assyrische stad te zijn, Kalku (Kalne) ooit een militair centrum. In de buurt van Mosul ontgroef Layard de stad Nineve die haar luister aan koning Sanherib te danken had – de heerser die volgens de Bijbel bij het beleg van Jeruzalem door een engel des Heren naar zijn vaderland werd terug geroepen (2Kon. 18, Jes. 36).
In die zelfde tijd legde de Fransman Paul Emile Botta bij Chorsabad een vijf etages tellende piramide bloot, een zogenaamde Zigurat. Ganse bibliotheken aan kleitabletten werden er gevonden. Ze verhalen de geschiedenis van de koningshuizen en van het land, het ontstaan van ons zonnestelsel, alsook het scheppingsverhaal. De inscripties zijn in het Akkadisch. Een man die er zijn levenswerk van gemaakt heeft om al de teksten op deze tabletten grondig te ontleden en te linken aan andere oude geschriften, religie en mythes, is de sumeroloog Zecharia Sitchin.
Wachten op bevestiging.
Gespannen zat Zecharia Sitchin naar het scherm te staren, wachtend op de beelden, komende uit de ruimte, door Voyager2 verzonden. Beelden van Neptunus die nu door de mens voor de eerste maal aanschouwd werden.
Een paar maand terug had Zecharia Sitchin en artikel geschreven waarin ie de beschrijving weergaf, hoe Neptunus er zou uitzien. Hij voorspelde dat de planeet een blauwgroene kleur zou hebben en stroken met moerasachtige vegetatie zou vertonen en dat er bovendien water zou zijn.
De beelden bevestigden zijn stelling, ze lieten een blauwgroene, waterige planeet zien, omgeven door een atmosfeer van helium, waterstof en methaangas, rond gesleurd door winden met hoge snelheden. Beneden de atmosfeer ontwaarde men geheimzinnige reuzenvlekken die soms donkerblauw tot groengeel waren, waarschijnlijk afhankelijk van de invalshoek van het zonnelicht. Neptunus bleek hitte uit te stralen vanuit zijn inwendige. Tevens werd er vastgesteld dat Neptunus een rotsachtige kern had waarboven een blubberig mengsel van ijswater stroomt, terwijl men dacht dat het een gasplaneet was. Op dezelfde wijze had hij ook het uitzicht van Uranus voorspeld. Ook deze planeet had een blauwgroene kleur, ook hier was er water aanwezig en niet alleen een bevroren laag ijs, maar een oceaan van water. Alhoewel de planeet door een gasatmosfeer omgeven wordt, kookt daaronder een immense laag (10.000 km dik) van oververhit water (4500 c°). Deze laag heet vloeibaar water omgeeft een kern van gesmolten gesteente, waarin radioactieve elementen een enorme hitte produceren.
Inderdaad alles was zoals de Soemeriërs hadden beschreven, duizenden jaren voor Christus.

Het verhaal over het ontstaan van ons zonnestelsel

Hoe was het mogelijk dat de Soemeriërs vanaf hun prille bestaan deze kennis bezaten.
De verhalen van de Soemeriërs gaan als volgt. Toen het stelsel nog vrij jong was, was er de Zon (APSU= Zij die van het begin af bestond), zijn kleine metgezel Mercurius (MUM.MU= Een die geboren is) en verder weg Tiamat=Maagd die het leven schonk). Het zonnestelsel expandeerde geleidelijk door de geboorte van drie planetaire paren, Venus en Mars tussen MUM.MU en TIAMAT, het reuzenpaar Jupiter (KI.SHAR=grootste van het vaste land) en Saturnus (AN.SHAR=grootste des hemels) aan de andere kant van Tiamat en verder daar vandaan Uranus (ANU=god van de hemel) en Neptunus (E.A=Hij wiens huis water is).

Dit jonge stelsel was nog zeer onstabiel, toen, ongeveer 4 miljard jaar geleden, drong een indringer binnen. Volgens de oude geschriften kwam hij uit de diepe ruimte. Toen deze onze buitenplaneten naderde werd hij naar binnen getrokken. Het was de eerste buitenplaneet Neptunus, die met zijn gravitatiekrachten Nibiru (indringer) aantrok. De tekst zegt hierover: ‘hij die hem pakte was E.A.’.
Nibiru werd beschreven als een verschijning om nooit te vergeten: schitterend, verleidelijk, verlokkelijk, trots en goddelijk. Toen hij Neptunus op korte afstand passeerde, sprongen vonken en lichtflitsen over tussen de twee planeten. Nibiru had waarschijnlijk zijn eigen satellieten. De teksten spreken van zijn volmaakte ledematen…. Moeilijk te ontdekken, vier waren zijn ogen en vier waren zijn oren.
Bij de passage begon één kant van Nibiru op te bollen, alsof hij een tweede hoofd had. Was dat misschien het moment dat de bobbel eraf werd gerukt en Neptunus zijn maan Triton ontstond? Iets dat in die richting wijst, is het feit dat Nibiru in een retrograde baan ons stelsel binnendrong in tegenstelling tot de andere planeten die in tegenwijzerzin om de zon draaiden.
Nog meer satellieten ontstonden toen Nibiru Uranus naderde. De teksten vermelden dat ANU vier winden voortbracht en deze behield. Hier refereert men duidelijk dat de vier manen van Uranus werden gevormd tijdens de bijna botsing en die tevens Uranus deed kantelen. Verderop wordt beschreven hoe Nibiru zelf nog 3 satellieten extra bij kreeg en hoe hij, na te zijn gevangen in een baan om de Zon, opnieuw de buitenplanten tegenkomt en ze daarbij vormt tot het huidige stelsel. Na Neptunus en Uranus gepasseerd te zijn, werd Nibiru steeds meer naar het midden van het planetaire stelsel getrokken door de invloed van de immense aantrekkingskracht van Saturnus en Jupiter.
Toen Nibiru/Marduk (werd door de Babyloniërs verpersoonlijkt met hun god Marduk) Saturnus naderde en zijn oorlogspositie innam, kusten de twee planeten elkaars lippen. Vanaf dat tijdstip werd de omloopbaan Van Nibiru/Marduk veranderd. Mogelijk werd de hoofdsatelliet van Saturnus, GA.GA (Pluto) weggetrokken in de richting van Mars en Venus, een richting die slechts mogelijk is als gevolg van de retrograde kracht van Nibiru/Marduk. Ronddraaiend in een wijde elliptische baan, keerde Gaga terug naar de verre uiteinden van ons zonnestelsel. Tijdens zijn slingervlucht kwam hij onder invloed van Neptunus en Uranus. De nieuwe baan werd onder invloed van deze laatsten vastgelegd waarbij Gaga (Pluto) met zijn hellende baan hem soms tussen Neptunus en Uranus brengt.
De nieuwe omloopbaan van Nibiru/Marduk richtte zich nu op Tiamat. Het jonge zonnestelsel was nog heel onstabiel, zeker het gebied van Tiamat. Door het schommelen van de planeten werd Tiamat door twee reuzen achter elkaar en twee kleinere planeten tussen haar en de zon in vele richtingen getrokken. Een gevolg hiervan was het losscheuren of het zich rond haar samenpakken, van een bende satellieten, ‘woedend van razernij’ verhaald de tekst. Deze satellieten, ‘brullende monsters’, waren ‘gekleed in verschrikking’ en ‘gekroond met halo's’, driftig bewegend en rondcirkelend als waren zij ‘hemelgoden’ (planeten). Heel gevaarlijk voor de stabiliteit en veiligheid van de andere planeten was Tiamats ‘leider van de bende’, een grote satelliet KIN.GU (Hoge afgezant) die tot bijna planeetgrootte uitgroeide en op het punt stond om zijn onafhankelijke bestemming te verkrijgen (eigen omloopbaan). Tiamat was zeer onder de indruk en koos hem uit om tussen de hemelgoden te zitten.
Verder in de tekst: ‘Er ontplooide zich een hevige strijd’, toen de gravitatie- en magnetische krachten zich in de strijd mengden. Dit leidde uiteindelijk tot de botsing van Nibiru/Marduk met zijn 7 satellieten (winden) en Tiamat met haar bende van 11 satellieten aangevoerd door KIN.GU.
Ze koersten in tegengestelde richting op elkaar af, toch hebben beide planeten elkaar niet geraakt, een feit van enorm astronomisch belang. Het waren de satellieten of ‘winden’ (de Soemerische omschrijving: ‘Zij die zich aan de zijkanten bevinden’) van Nibiru/Marduk die zich in Tiamat boorden en in botsing kwamen met haar satellieten.
1ste fase: Hij positioneerde de vier winden zodanig dat niets van haar kon ontsnappen
De Zuidenwind, de Noordenwind,
De Oostenwind, de Westenwind.
Hij hield het net dicht bij hem,
Het geschenk van zijn grootvader Anu die voortbracht
De Duivelswind, de Wervelstorm en de Orkaan…
Hij zond de winden uit die hij had geschapen
De zeven van hen; om Tiamat van binnen te treffen
Zij rijzen op achter hem.
Voor hem uit bracht hij de bliksem in stelling
Hij vulde zijn lichaam met een felle vlam
Daarna maakte hij een net om Tiamat daarin te vangen…
Een schrikaanjagende halo verscheen als een tulband rond zijn hoofd
Hij was omgeven met een angstwekkende afschrikking als Omwikkeld in een mantel.

Toen beide planeten en hun satellieten elkaar dicht genaderd waren dat Nibiru/Marduk het binnenste van Tiamat kon onderzoeken en het plan van Kingu kon doorgronden, viel Nibiru/Marduk Tiamat aan met zijn ‘net’ (magnetisch veld?) om ‘haar te omarmen’ en met bliksemstralen te bestoken (‘heilige bliksem’). Tiamat ‘werd omhuld door een intense schittering’, waarbij zij werd afgeremd, oververhit raakte en ‘opzwol’. Gapende kloven verschenen in haar korst, waaruit stoom en vulkanisch materiaal ontsnapte. Hierin schoot Nibiru/Marduk een van zijn satellieten, de Duivelswind. Hij boorde zich in Tiamat’s buik, sneed door haar inwendige organen en spleet haar hart. Haar leven werd gedoofd, het werd ook noodlottig voor haar manen, alle sneuvelden behalve Kingu. Gevangen in het net, verbrijzeld en in stukken gebroken werden de leden van de bende van Tiamat uit hun koers geworpen en met geweld in tegenovergestelde banen gedwongen: ‘door vrees verlamd keerden zij zich om en vluchten weg’. Hieruit kunnen de kometen ontstaan zijn die ons dan periodiek een bezoek brengen. Volgens de geschriften is op die manier Kingu beroofd van zijn onafhankelijk worden ‘Nibiru/Marduk ontnam hem zijn bestemming’. Hij werd veranderd in een DUG.GA.E ‘een massa van dode klei’, in omvang afgenomen, zonder atmosfeer, water en radioactief materiaal en ‘met boeien geketend’ om blijvend de satelliet van Tiamat te worden.
De Soemerische tekst laat er geen twijfel over bestaan dat Nibiru nu in zijn nieuwe baan rond de zon draait.
Hij doorkruiste de hemelen en controleerde alle streken,
En Apsu’s gebied mat hij op;
God (Nibiru/Marduk) mat de dimensies van Apsu op.

Bij de terugkeer in zijn nieuwe omloopbaan stevende hij terug op Tiamat af, ‘plaats van de hemelse strijd’

2de fase
De heerser stopte even om haar levenloze lichaam te bekijken.
Hij verzon toen een listig plan om het watermonster op te splitsen.
Toen als een mossel, splitste hij haar op in twee delen.



Met deze actie bereikte de schepping van de ‘hemel’ zijn laatste fase en nam de schepping van aarde en maan een aanvang. Het bovenste gedeelte, haar schedel werd geraakt door de Noordenwind. Door de impact werd Tiamat en ook Kingu in een volledig nieuwe omloopbaan geworpen, waar voorheen nog geen planeet geweest was, nu de Aarde (Tiamat) en de Maan (Kingu).
Het andere deel van Tiamat werd door de inslag verbrijzeld in stukken en brokken , ‘haar staart werd aan elkaar gesmeed’ om een soort armband in de hemel te vormen.


De stukken aan elkaar smedend,
Als een uitkijkpost positioneerde hij hen…
Hij boog Tiamats staart tot een Grote Boog
Als een armband

Hier leest men hoe de Grote Band of de asteroïdengordel is ontstaan.
Verder door de ruimte kruisend gaf hij Uranus en Neptunus hun uiteindelijke uiterlijk. Volgens de geschriften kreeg ook Gaga/Pluto op deze wijze zijn uiteindelijke positionering in ons stelsel. Gaga/Pluto kreeg hierbij ook een nieuwe naam: US.MI (hij die de weg aanwijst) de eerste planeet die men tegenkomt wanneer men ons stelsel binnentreedt van buiten af.
Moderne astronomie en recente ontdekkingen bevestigen dit duizenden jaren oude verhaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten