Godenculten

Natuurvolken die nog in een pretechnisch ontwikkelingsstadium leven, kunnen gebeurtenissen die hun cultuur en begripshorizon ver te boven gaan slechts met behulp van irrationele verklaringsmodellen in hun wereldbeeld integreren. Vooral de geschenken, de goederen (cargo), worden een drijvende kracht van deze culten.
Toen ontdekkingsreizigers die zo onverwacht en bovennatuurlijk tot hun wereld doordrongen, brachten niet zelden geschenken of ruilobjecten mee die voor hun stam van uitzonderlijke waarde leken te zijn. Bijlbladen van staal, messen van edelstaal, glimmende kralen of voedingsmiddelen. Voor de natuurvolkeren waarmee op deze wijze contact werd gelegd waren de handelingen en apparaten van de vreemdelingen (vliegtuiglandingen, foto’s, grammofoons, radio’s, zaklantaarns, flitslichten, pistolen, enz..) toverij, magie.
Een voorbeeld uit het dagboek van Captain Frank Hurley:
Hurley kwam na WO I naar de moeras- en bergwereld van de Papoea’s, naar mensen die nog in het stenen tijdperk leefden. Het schip Eureka diende als basiskamp. Toen Frank met het watervliegtuig “de Zeemeeuw”. op het water was geland, werd het vliegtuig tegemoet gevaren door holle boomstammen vol met krijgers, die opgewonden rondjes draaiden rond de Zeemeeuw ondertussen met hun peddels tegen de wand van hun primitieve boten slaand. Het was een wilde barbaarse begroeting, waarmee we bij onze terugkeer naar lang vervlogen tijden welkom werden geheten.Tot onze verbijstering constateerden we dat men ons kennelijk als bovennatuurlijke wezens beschouwde en dat het watervliegtuig een object van verering en vrees was.Kort na de aankomst maakten de hoofdmannen van Kau, Api en Kaumai hun formele opwachting. Zij brachten een varken als offer aan de “boot-behoren-twee-goden”, zoals de tolk vertaalde.Het gewijde varken werd met grote plechtigheid op de boeg van het watervliegtuig neergelegd.
Diep in de nacht werd het varken stiekem door de bemanning van de boot opgehaald. Toen de afgezanten ’s morgens ontdekten dat het varken verdwenen was - het watervliegtuig had het kennelijk in dank verslonden- waren ze uitgelaten blij. Nu werd er dagelijks een offer gebracht om de duivel die uit de hemel neerdaalde gunstig te stemmen.
Alle bewoners kwamen bijeen om te praten over “de boot die vliegt als een vogel”. Enkele dagen later bezat ieder inheems jongetje een model van het watervliegtuig. Die hadden ze met verbazingwekkende handigheid van wolboomhout vervaardigd. Blijkbaar legden ze heel wat meer vindingrijkheid aan de dag dan de blanke mensen. Het waren bijzonder fraaie en tot in de kleinste details getrouwe nabootsingen, zelfs de propellers waren ze niet vergeten ze draaiden zelfs.
Hieruit blijkt dat de primitieve inheemsen houten nabootsingen van het voor hen onbegrijpelijke vliegtuig vervaardigen, het tot in de details nabouwt en zelfs draaibare propellers aanbrengt. Precies zoals de Toradja'’ millennia voordien gedaan hebben door hun huizen dezelfde vorm te geven van het tuig dat toen in hun midden landde. Ook zij moeten er toen niets van begrepen hebben. Een hoog ontwikkelde cultuur moet in die tijd met hen in contact zijn getreden. Wezens die op grond van hun technisch hoogstaande niveau niet van onze aarde afkomstig konden zijn, zij kwamen uit de richting van de Plejaden met ruimtetuigen en die zij als goden beschouwden.
Jaren na de ontmoeting met Hurley werd door de oudsten nog steeds de vreemde vogel (Zeemeeuw) als goddelijkheid beschouwd.
Hoewel de moderne tijd nu ook in de cultuur van dit volk zijn sporen begint na te laten –vooral de laatste 10 jaar leeft het oude , fundamentele gedachtegoed nog steeds voort in de hoofden van de Toradja’s en in hun gedragingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten