Maar laten we nu terugkeren naar Zuid-Amerika en zijn mythen, die eenzelfde kern van waarheid bevatten als de overleveringen van Rome of Troje. La Paz, Bolivia. Onze jeep rijdt door dalende straatjes, langs smalle, gedrongen huisjes met afbladderende verf op de muren, die een schilderachtige kronkellijn tot beneden aan de elegante boulevards vormen. De trottoirs wemelen van verkopers in felgekleurde kledij temidden van glanzende sinaasappels, grote meloenen, geurige kruiden en talloze soorten aardappels: rond, ovaal of knoestig als een oude boomwortel. Op de ‘Tovermarkt’ staan gespannen toekijkende Indio’s rond de vuurtjes van loodgieters, die in plotseling gestolde en grotesk ogende loden figuren de toekomst lezen. Mensen met schuwe blikken kopen gedroogde lamafoetussen of stenen talismans, om tegen boze geesten en vervloekingen beschermd te zijn. Aan Pacha Mama, Moeder Aarde, worden net als eeuwen geleden offers gebracht, hoog in de bergen of in de grote steden, tussen moderne wolkenkrabbers en armoedige hutten, en natuurlijk in de oude heilige oorden van hun voorouders. Het geloof in de macht van de goden is nog springlevend in Bolivia, in Chili en in Peru, het oude territorium van Tiahuanaco.25
Tiahuanaco, waarvan de wortels vermoedelijk in de derde eeuw voor onze jaartelling lagen, was tussen de zesde en de twaalfde eeuw n.Chr. geëxpandeerd tot een rijk dat een van de indrukwekkendste religieuze centra bezat dat mensen ooit gezien hebben. Piramidale bouwwerken, monolithische muren, zware, zeven meter hoge stenen figuren, en daartussen prachtige pleinen, gaven een majestueus karakter aan deze metropool, die boven op de 4000 meter hoge Altiplano-hoogvlakte lag. In de verte rezen de met gletsjers bedekte bergen van de Konings-cordilleras tot aan de azuurblauwe hemel. De stadsgrens lag aan de oever van het reusachtige Titicacameer. Het water daarvan werd met behulp van een vernuftig stelsel van irrigatiekanalen gebruikt om een droog en stoffig woestijnlandschap om te toveren in een groen landbouwgebied. Zijn bewoners conserveerden hun levensmiddelen met een techniek die wij nu als dehydreren (ontwateren) kennen, smolten ertsen bij 17000C en produceerden textiel van de allerbeste kwaliteit.
Van die oude luister is weinig overgebleven, omdat Tiahuanaco vier eeuwen lang schaamteloos als zelfbedieningswinkel voor de bouw van huizen en later ook de aanleg van spoorwegen werd misbruikt. Monolieten werden aan stukken geslagen, en nog in de twintigste eeuw werden met toestemming van de regering standbeelden en muren met dynamiet opgeblazen. Maar de ‘Zonnepoort’ van de dode stad ontvangt nog altijd fier en eerbiedwaardig zijn bezoekers. Deze poort werd uit één blok steen gemaakt. Hij is drie meter hoog en tien ton zwaar. Op het frontispice zien we de gevleugelde goden van de gewezen inwoners met hun helmachtige hoofdbedekking en merkwaardige staven in de handen, scepters die uitlopen in twee condorkoppen. Zouden het dezelfde staven zijn als die welke de eerste Inca’s van hun goden kregen? De oorspronkelijke naam van Tiahuanaco zou ‘Jnti Huahan Haque’ geweest kunnen zijn, wat ~Oord van de Zonen van de Zon’ betekent, of ‘Eeuwige Stad’.
Sinds vorsten uit alle delen van het rijk in het mystieke Tiahuanaco hun belasting kwamen afdragen en staand voor de gigantische sculpturen hun hulde betuigden aan de ‘hemelse wezens’, lijkt de tijd stil te hebben gestaan. Bijna meent men in de wind van de tijd nog oude indiaanse gebeden tot hun god-schepper te horen, gebeden zoals de Spaanse conquistadores ze optekenden:
Waar zijt Gij, Viracocha?
Hoog in de hemel of diep beneden?
Woont Ge in de onweerswolken
of in het rommelen van de donder?
Verhoor mij! Geef mij antwoord!
Verhoor mijn gebeden, Viracocha!
Twee kilometer van de toeristische route verwijderd ligt het raadselachtige Puma Punku, dat door de boeken van Erich von Däniken over de hele U wereld bekend is geworden. Hij beschreef het als ‘het werkelijke raadsel van de Andes’, omdat in Puma Punku, de ‘Poort van de Poema’, een tempelcomplex van gigantische afmetingen ligt. Steenblokken waarvan de zwaarste maar liefst 130 ton wegen, zijn over een afstand van ongeveer tien kilometer aangevoerd, geslepen, gepolijst, en van fijne, kaarsrechte groefjes voorzien. De blokken werden met koperen klampen uiterst secuur aan elkaar bevestigd iets unieks in het oude Amerika — en plaatsen het nageslacht nog steeds voor een onoplosbaar vraagstuk.
Volgens de legenden van de Andes-indianen zou op die plaats de god Con Ticci Viracocha de wereld hebben geschapen. De voorzaten van de Indio’s, die aan de oevers van het Titicaca-meer woonden, vertelden al in 1533 tegen de net aangekomen Spanjaarden over blanke, bebaarde mensen of reuzen die in Tiahuanaco leefden, en over sterrengoden zoals die op de Zonnepoort zijn afgebeeld. Zij zouden de reusachtige stad hebben gebouwd en de inheemsen beschaving gebracht hebben.’ Uit die bron bloeide een van de vroegste culturen van het Andes-gebied op, die haar macht van de Peruaanse kust tot in verafgelegen oerwoudstreken uitbreidde en ten slotte een gebied van 275.000 vierkante kilometer besloeg. Haar kennis, kunst en religieuze ideeën exporteerde deze cultuur nog tot ver daarbuiten. Welke historische kern zou de legende over haar oorsprong kunnen hebben? 1k denk dat daarover geen onduidelijkheid kan bestaan. Ook aan het begin van het ontwikkelingsproces van deze cultuur staan weer wezens die van buiten onze aarde kwamen. We hebben hiervoor al gezien dat de legende van de stichting van Rome, in tegenstelling tot wat altijd gedacht is, uiteindelijk wellicht toch op feiten berust. Waarom zou datzelfde niet kunnen gelden voor de overal ter wereld aan te treffen overleveringen die over buitenaardse bezoekers verhalen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten