Ziektes bij rozen

Bladrollers zijn insecten die tot een grote groep van de motten behoren. De rupsen leven in een 'huisje' van opgerolde en dichtgesponnen bladeren. Ze komen in groten getale op een plant voor, zodat deze de normale levensfuncties niet meer voldoende kan verrichten en in de groei wordt belemmerd.

Sterroetdauw, vergelende bladeren met paarsbruine tot zwarte vlekken zijn typische symptomen. Omdat deze ziekte grote esthetische schade veroorzaakt dient de bestrijding te gebeuren bij het waarnemen van de eerste symptomen, in regel omstreeks half mei..

Rozenzaagwesp. De volwassen wesp prikt bij de ei-afleg in de hoofdnerf van het rozenblad. Deze gaat, omwille van een 'allergische' reactie op de secreties van deze zaagwesp, sterk omkrullen. De zaagwesp prikt echter méér bladeren aan dan de eieren die ze aflegt. Daardoor zijn er vaak omgekrulde topbladeren te zien waarin zich g??n bleekgroen bastaardrupsje bevindt.
De opgekrulde blaadjes waarin wel een lichtgroen bastaardrupsje leeft worden geleidelijk opgegeten. Ze worden dichtgehouden door zijdeachtige draadjes. Er is gelukkig maar één generatie per jaar. Opgekrulde bladeren waarin geen bastaardrups zit, vergelen en sterven langzaam af. In het bijzonder bij warmer weer is er meer aantasting mogelijk, omdat de zaagwespen dan actiever zijn en er meer eitjes worden afgelegd. Algemeen gezien is een aantasting zelden in die mate, dat er chemisch moet worden ingegrepen. De schade kan eigenlijk moeilijk voorkomen worden. De volwassen wijfjes leggen in mei hun eitjes af, waarna de ontluikende bastaardrupsen gedurende een 6-tal weken aan de opgekrulde bladeren vreten. De volgroeide bastaardrups overwintert in een cocon in de bodem waar hij in het voorjaar verpopt.
Bij aantasting kan men best de aangetaste bladeren allemaal wegknippen en vernietigen, om zo de cyclus naar volgend jaar te doorbreken.
Bladluizen, De jongste delen van de scheuten, bloemknoppen en bladeren worden makkelijkst gekoloniseerd. De populaties kunnen explosief toenemen indien er geen tijdige bestrijding wordt uitgevoerd. De vrouwtjes brengen bijna dagelijks, zonder tussenkomst van mannetjes, jongen voort. Tot soms 15 generaties tijdens één groeiseizoen.
Een zware aantasting heeft gedrongen groei en een slechte bloemkwaliteit tot gevolg.
Bladeren worden kleverig door de uitscheiding van suikerhoudende 'honingdauw'. Daarin kleven vaak de goed herkenbare witte vervellinghuidjes van de bladluizen. Op de 'honingdauw' groeien vervolgens zwarte roetdauwschimmels die het blad een grauwe aanblik geven.

Roestziekte is herkenbaar omdat er aan de bladonderzijde felgekleurde oranje sporenhoopjes te zien zijn, die na enkele weken steeds donkerder worden. Aan de bovenzijde van het blad zijn vergelende plaatsen op te merken. Een aantasting leidt vaak tot vervroegde bladval, en bij zware aantasting tot ernstige groeiremmingen van de rozenstruik. De ziekte treedt vooral op bij warm en vochtig weer.

Voot u gelezen HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten