Hun mythe heeft grote overeenkomst met deze van de Toradja’s.
De Mandagel-Kafirs kennen de overlevering waarin verteld wordt dat zij ‘door een luik in de hemelbodem’ naar de aarde kwamen. Op een dag viel een reusachtige bliksemschicht uit de hemel, die omgeven werd door enorm veel vuur. Uit een het vurige object kwamen zeven mannen te voorschijn. Deze hemelwezens kozen vrouwen uit de stam, en uit hun nazaten zijn de Mandagel-Kafirs voortgekomen. In verband met de goden wordt melding gemaakt van een ‘ijzeren wereldzuil’ (imra), die in Prasun stond. Door die zuil waren de goden in staat om naar de aarde te komen. Men vraagt zich af wat voor mysterieus artefact de Kafirs gezien hebben. Zou het mogelijk zijn dat ze de landing van een raket (bliksemschicht, ijzeren wereldzuil) meemaakten.
8 godenbeelden waren door deze wezens zo gericht, en bepaalde rotstekeningen werden als hun werk beschouwt; deze zijn echter nog steeds niet ontdekt.
Enkele stammen kennen verhalen over de god Imra die aan de bijbelse uittocht van de Israëlieten doen denken. Nadat Imra de mensen lering had gebracht verdween hij aan het firmament en werd hij niet meer gezien. Maar men kon door een schuifraam in zijn baard vanuit de hemel naar de aarde kijken. We moeten in het midden laten wat we onder die baard van de godheid en zijn technisch klinkende schuifraam moeten verstaan. Voor de Kafirs is de aanwezigheid van de goden in dat dal zo reëel geweest dat de voorstelling van in de hemel levende goden erbij verbleekte. De god Mandi steeg, aldus de Kafirs, als een valk uit het Zuudsjoem-meer op. Dat mythische meer , waar een godenstad op dreef, wordt vaak als het eigenlijke oord van de goden bestempeld. Mogelijk werd daarmee oorspronkelijk een hemelzee bedoeld, want in andere mythen komt een huis voor dat tussen boven en beneden heen en weer reisde. De goden leefden namelijk in een stad aan de hemel en hadden dat op en neer reizende huis nodig om vandaar naar de aarde te vliegen.
De Kafirs hebben ook een zeer uitgebreide herinneringscultuur, hun priesters konden tot maar liefst vierenvijftig generaties opsommen. Sommige priesters waren in staat 18000 namen te noemen van goden die in de stad aan de hemel woonden.
Zoals in ander mythen wordt ook bij deze stammen over een gevecht van hemelse goden tegen reuzen gesproken. Ook deze giganten bezaten een stad aan de hemel die Bre-Burg heette. Het was een huis, de stad aan de hemel, het was [tussen] boven en beneden..; binnenin hebben ze water, binnen hebben ze velden, ze hebben de zon…. En het bestaat uit ijzer.
Dit doet denken aan de door prof. O’Neil van de princeton university bedachte ruimtehabitats, enorme ruimtestations, autarkische vliegende steden, die in de toekomst het universum zouden kunnen koloniseren. Zijn voorstel om in de ruimte een gesloten ecosysteem te installeren, met landerijen en weiden, bestraald door een kunstzon, een enorm ruimteschip dat de woonplaats van heel veel mensen moet worden, die van generatie op generatie naar verre planeten reizen, in een baan rond zo’n planeet onderzoek doen en nieuwe grondstoffen, water, zuurstof enzovoort inslaan, en vervolgens weer vertrekken om hun eindeloze reis door de sterrenwereld te vervolgen.
De goden kwamen in vergadering bijeen toen ze vernamen dat de Bre-Burg in de buurt van de plaats Sjtiwe was waargenomen. Ze besloten de vliegende vesting aan te vallen. Zwaar onder vuur liggend dreigde het object neer te storten, maar het bleef toch in de lucht. Ten slotte slaagde de god Mandi erin een deur op te blazen en de strijd ten gunste van de goden te beslechten.
Vergelijkbare overleveringen kennen we uit het aangrenzende India, waar sprake is van vimâna’s of vliegtoestellen, en van ruimtesteden die door goden zoals Indra en Brahman werden geleid, in stationaire banen om onze planeet draaiden, in het licht van de sterren zilverachtig glansden en vanbinnen van alle gemakken voorzien.
In de oude Sanskriet-teksten, de veda’s wordt verteld over de strijd tussen de goden aan de hemel, een strijd die met gruwelijk wapentuig werd gevoerd. De beschrijvingen van die lucht en ruimtegevechten doen sterk denken aan films zoals Battlestar Galactica en Star Wars. Volgens de veda’s werden er afweerraketten met doelzoekers bij ingezet, gepantserde voertuigen, verdovingswapens, laserkanonnen en atoombommen.
De Indiase Sanskriet-geleerde prof. Dileep Kumar Kanjilal heeft zich uitvoerig in deze thematiek verdiept.
Conclusie: vliegtuigen, ruimteschepen en ruimtestations waren in het India van de veda- en post-veda-periode werkelijkheid. Hun toenmalige bestaan betwisten, zou neerkomen op het loochenen van de Indiase geschiedenis en het Indiase cultuurgoed.
Een ander parallel vinden we in Peru. Rond het jaar 1000 bloeide op de noordoostelijke hellingen van het Peruaanse Andesgebergte in het Utcumbamba-bekken de Chachapoyas-cultuur. De afkomst van deze indianengroepering, waarin opvallend veel mensen met een lichtgekleurde huid, en soms ook blond haar, voorkwamen, is nog grotendeels onbekend en plaatst archeologen voor raadselen (ook bij de Kafirs was dit het geval). Hun geweldige vesting Kuelap ligt op een hoogte van 3000m, het bouwwerk heeft negentien meter hoge muren en is ruim 700 m breed. Voor de bouw ervan gebruikten de Chachapoyas honderdduizenden steenblokken, dat zijn er 3 x zoveel als de Egyptenaren nodig hadden voor de bouw van hun grote piramide.
Eén van hun grote mysteriën ligt 2 dagreizen van Kuelap verwijderd. Het is hun dodenstad ‘Laguna de Las Momias’. Hierin hebben de indianen kleine bakstenen constructies aangebracht. Het zijn mausolea, waarin zij hun doden in 1,5 tot 2,5 m hoge, rechtovereind staande sarcofagen naast elkaar hebben gezet. De gebalsemde lijken en hun houten cultusfiguren hebben een weids uitzicht. Ze zijn omgeven door tekeningen van onbekende wezens en onbekende symbolen. Verbazingwekkend genoeg doen de figuren hun gelaatsuitdrukking aan de tau-tau van de Toradja’s denken.
Er bestaat dus een verbluffende overeenkomst tussen de artistieke creaties van de Paaseilanders, de Kafirs, de Chachapoyas en de Toradja’s. Zouden er nog andere raakvlakken zijn, die ons meer helderheid over de sterrengoden kunnen verschaffen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten