Raketten uit de steentijd

Want wie niet is ingewijd
kan de verborgen dingen niet begrijpen…
Uit het Egyptisch dodenboek

Obelisken en menhirs, stenen naalden, steken in de bodem alsof de aarde een acupunctuurbehandeling krijgt en krabben boven aan de hemel. Ze maakten op de mensen van de steentijd evenveel indruk als op de hedendaagse toeschouwers. Symbolen van en voor de goden waren het.Waarom komt men ze overal tegen, waren zij het resultaat van technische voorbeelden?

30 April 1586, gestaag verheft voor het eerst sinds de oudheid een slanke, gigantische obelisk naar de hemel boven Rome, midden op het Sint Pietersplein.
De obelisken hebben door millennia heen mensen van vele volkeren gefascineerd. Maar wat lag er aan de grondslag van hun creatie? Welke betekenis hadden ze duizenden jaren geleden? Obeliskachtige stenen gevaarten komen we ook tegen op Sulawesi. Zat daar het zelfde idee achter? Volgens de onderzoeker Erich von Däniken is de laatste tijd meermaals het vermoeden geuit dat de Oudegyptische obelisken evenals de menhirs stenen nabootsingen zijn van prehistorische raketten. Zijn er aanwijzingen voor de juistheid van deze hypothese te vinden of is ze geheel en al uit de lucht gegrepen? Obelisk stamt uit het Grieks “obeliskos’ en werd pas zeer veel later voor de slanke stenen zuilen gebruikt. Obelos betekent “spies, spitse zuil, braadspit”.
De vroege Arabische schrijvers gebruikten de term “misallat Fir aun”, wat grote naald van de farao betekent, en “ajn asch-schems”, waarvan de vertaling ‘bronnen van de zon luidt. Die namen helpen ons niet veel verder.
Het Oudegyptische woord voor een spitse zuil is “thn” uitgesproken als ‘techen’. Dat is een afleiding van het werkwoord “thnj” (techenj), wat het oog, de oogappel kwetsen, de hemel verwonden betekent.
De egyptoloog H. Spielberg vertaalt dan ook een inscriptie uit de piramidetekst als volgt :

‘Twee grote obelisken staan buiten stevig verankerd voor hen [de godinnen Isis en Nephthys] en doorsnijden de wolken van de hemel.’

Er dienen zich nu wel twee tegengestelde hypothesen aan:

1. Het gaat om een metafoor, zoals ons moderne begrip ‘wolkenkrabber’. Dat zou de traditionele betekenis zijn.
2. Er is zeker sprake van een metafoor, maar dan in de zin van een raket, want een raketachtig object ‘kwetste’, ‘doorboorde’ bij een lancering in prehistorische tijden schijnbaar de hemel.

De egyptoloog K. Martin leidt ‘thn’ af van het werkwoord ‘hnj’ wat betekent, omlaag zweven. De ‘t’ moet hier als eerste lettergreep worden beschouwd en verwijst naar de continuïteit van de gebeurtenis. Wederom zijn er twee zienswijzen mogelijk.

1. De obelisk wordt de symbolische weergave van de “stroom van genade “ van de hemel naar de aarde gezien, terwijl door zijn naar boven wijzen tot in de hemel, tot aan de zon…de wisselwerking tussen aarde en hemel gesymboliseerd wordt, die voor het gedijen van het land noodzakelijk was en tot competentie van de koning behoorde. Het is eenvoudig een abstract beeld voor de koning en diens rol (K. Martin 1977).
2. Er kan hier verwezen worden naar een daadwerkelijk waargenomen gebeurtenis: de landing van een uit de hemel afkomstig ruimteschip op aarde. De obelisk was een nabootsing van dat raketachtige voertuig. Later werd het naar boven wijzen van de obelisk tot in de hemel en naar de zon en zijn terugkeer vandaar naar de aarde ook als symbool voor de wisselwerking tussen hemel en aarde gebruikt. De eeuwen later in het nieuwe rijk (ca. 1550-1080 vc), gebruikte men termen ‘mn’ (men) en ‘mnw’ (menoe), die respectievelijk ‘blijven’ en ‘gedenkteken’ betekenen. Dit zou de andere kant van de verklaring kunnen zijn. Een obelisk werd namelijk ter blijvende herinnering aan een uitzonderlijke gebeurtenis opgericht. Vergelijkbare praktijken kennen we uit de cargo-culten van onze tijd.

De megalietenperiode bij de Toradja’s

In populair-wetenschappelijke geschriften, maar ook in semi-academische reisgidsen, wordt vaak op de vermeende fallische betekenis van obelisken gewezen (een reddingsboei voor sommige wetenschappers) .
De Toradja-samenleving is de laatste nog overblijvende megalietencultuur.
Langs de wegen, in dorpen en soms vrijwel overwoekerd in ontoegankelijke gebieden komt men deze megalithische structuren tegen. Ze staan in kringen, in een rij of apart. Sommige van deze cilindrische stenen zijn tussen de vier à zeven meter hoog. Soms lijken ze rechtstreeks uit de vroegste periode van Egypte of Europa te stammen, met dit verschil dat ze bij de Toradja’s nog onlosmakelijk met religieuze culten verbonden zijn.
Sulawesi heeft verschillende megalietenperioden gekend, de oudste zou 4000 à 7000 jaren in het verleden hebben gelegen en zijn begonnen in het Neolithicum (nieuwe steentijd).
In Rantepao op de hellingen van het Sesean-gebergte staat één van deze oude heiligdommen, het moet ongeveer 900 jaar oud zijn. De oorspronkelijke functie ervan kon niet bepaald worden, maar de huidige betekenis is duidelijk: op die mystieke plek vieren animisten nog altijd hun traditionele rituelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten