In het Egyptisch dodenboek staat:
Gij sterrengeesten van Ioenoe [rakettenstad],
Ziet – een god werd zojuist geboren!
Volledig is het touwwerk van zijn hemelse bark….
Krachtig ben ik, om de wapens der goden te voeren!
Nu laat ik glijden mijn boot, en kijk!
Ik ben al midden in de hemel…
Verre houd ik van het heelal de kwalen.
De vliegende hemelbark vertoont overigens opvallende overeenkomsten met de dakconstructie van de Toradja-huizen. De Toradja’s staken op het einde van een rouwplechtigheid het ruimteschipachtige dodenhuis in brand, opdat de overledene zijn reis naar de sterren kan beginnen.
Toen Re terugkeerde naar de sterrenwereld, steeg zijn tuig op vanaf een vurig platform, ‘ Vlammeneiland’. Om die onbegrijpelijke gebeurtenis vast te leggen en aan komende generaties door te geven, bedachten de geleerden, priesters en schrijvers het symbool van de ben-vogel (Feniks). Hij wordt het zinnebeeld van de opstanding, de hergeboorte uit as ondanks de voorafgaande gloed (verbrandingsprocessen van de aandrijving). Tevens verwijst de vogel nar het vliegen van het tuig. In onze moderne wereld gebruiken diverse luchtvaartmaatschappijen een vogel als symbool voor hun bedrijf, en de NASA vernoemde maanlanders en ruimtecapsules naar vogels.
De plaats war deze wonderbaarlijke en gedenkwaardige gebeurtenis plaatsvond werd te herinnering daaraan jwnw, ‘rakettenstad’ genoemd. De latere naam , Heliopolis (zonnestad) stamt van de Grieken. Re is het Egyptische woord voor zon (zon in het Grieks = helios).
In Heliopolis zijn nauwelijks opgravingen uitgevoerd omdat het grotendeels bebouwd is (voorstad van Caïro). Enkel de obelisk van farao Sesostris I (1971-1926 vc) en wat slecht geconserveerde ruïnes is er niets te bezichtigen.
Wat zag men in latere tijden in de obelisken? Waarschijnlijk dienden ze als voorbeeld voor minaretten en kerktorens. Hoewel religies elkaar afwisselden, bleef een deel van de oorspronkelijke symbolische kern tot op de dag van vandaag bewaard.
Het ontstaan van de Egyptische mythen ligt vele duizenden jaren in het verleden, ze stammen uit een tij d waarin er nog geen schrift bestond. Ze is tevens complex en verwarrend. De elementen waaruit ze bestaat zin telkens op afzonderlijke plaatsen ontstaan, met elkaar verstrengeld geraakt en daardoor moeilijk te begrijpen. Toch slaagt men er nu in om stap voor stap alles te ontcijferen en te destilleren.
Zo ziet men dat in sommige teksten verbazingwekkende boodschappen schuil gaan. Alles hangt wel af van de interpretatie:
De hemel spreekt, de aarde trilt, de aarde beeft;
De beide gebieden van de goden roepen, de bodem breekt open,
Als hij over het gewelf vaart.
De aarde lacht, de hemel glimlacht, als de koning opstijgt naar de hemel.
De hemel juicht hem toe, de aarde beeft voor hem.
De donderende stem drijft hem voort; het dondert gelijk Seth.
De hemelwachters openen voor hem de deuren…
Zij zien de koning vliegen als een valk, als een god.
Om te leven bij zijn vaders, om te eten met zijn moeders.
De koning is een hemelstier, wiens buik vol magie is van het vlammeneiland.
Hij vliegt, deze koning…
Weg van u, van u stervelingen.
Hij is niet van de aarde, hij is des hemels.
Deze koning vliegt gelijk een wolk ten hemel, gelijk een vogel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten