Ruimtestation Uruk

Er zijn plaatsen waar de tij in eeuwigheid overgaat. Een dergelijk oord bevindt zich tussen de Eufraat en de Tigris (het Tweestromenland), daar stond ooit de wieg van onze beschaving. Eerst vond er een agrarische revolutie plaats en nadien ontstonden de eerste steden en daar schonken de goden de mensen het schrift. OP 20 km van de Eufraat liggen, bedolven onder het zand en stof, de ruïnes van de ooit belangrijkste koningsstad van Mesopotamië, Uruk. Meer dan 5000 jaar werd deze stad bewoond, en haar oorsprong gaat terug tot 5900 vc.Hoge muren omsloten een areaal van 400 hectare, in haar centrum stond een uit bakstenen opgetrokken zigoerat (torentempel). Inana, de godin van liefde en oorlog werd er aanbeden, al 4000 jaar bezong een onbekende Babylonische dichter het luisterrijke Uruk: Aanschouw haar muren, stralend als koper, bekijk haar binnenmuur, die zijn weerga niet kent. Betast de drempel, die oeroud is…Klim op de muur van Uruk, kijk naar de sokkel en bestudeer het tegelwerk.

Begin de 20ste eeuw onderzochten Duitse archeologen de ruïnes van Uruk. Ze stuitten op bestuursgebouwen, die met veelkleurige mozaïekornamenten versierd waren, keramiek, elegante sculpturen en overblijfselen van tempels. Twee ervan waren gewijd aan de hemelgod An, één van deze, de witte tempel, stond op een kunstmatig gevormde 20m hoge heuvel.
Onder het puin van duizenden jaren lag nog iets waardevollers: honderden notitietabletjes van klei, gemerkt met een rolzegel, de hele lijsten van persoonsnamen, handelsbetrekkingen, hoeveelheden vee en handelswaren bleken te bevatten.
Omstreeks 3300 vc. Waren de Sumeriërs begonnen om dingen die zij vast wilden leggen met beeld symbolen in vochtige klei te griffen. Daaruit ontwikkelden ze, door te combineren met steeds complexere en abstractere pictogrammen, een taal van schrifttekens (het spijkerschrift). Een van de oudste geschriften van de Sumeriërs is de overlevering van Gilgamesj en Akka. Gilgamesj (of ook Bilgamesj), van wie men met zekerheid weet dat hij echt bestaan heeft, was de koning van Uruk, en Akka (of Enmebaragesi) de koning van Kisj. Deze gebeurtenissen deden zich voor zo’n 2850 vc. Zoals men uit de schriftelijke bronnen kan opmaken. Dr. Hermann Burgard heeft zich intensief in dat Oudsoemerische dichtwerk verdiept en in 1998 zijn resultaten gepubliceerd. Daarbij concentreerde hij zich voornamelijk op de regels 30-35, die door de Sumerië-expert W. Römer in een eerste versie aldus vertaald werden:

Van Unug, het ambacht(shuis?) van de goden, van Eannna, dat uit de hemel afdaalt, hebben de grote goden de uitwendige vormen geschapen,
Zijn (Unugs) grote muur,
Een stofwolk (?) die de aarde raakt,
Zijn (Ans?) verheven woning in An gesticht,
Hebt Gij verzorgd, Gij zijt de heldhaftige koning!

Dr. Burgard heeft woord voor woord en stap voor stap de van vraagtekens voorziene passages volgens de jongste inzichten bewerkt.

· Unug is een andere schrijfwijze van Uruk.
· ‘Ambacht(shuis)’ kan nauwkeuriger vertaald worden met ‘wapensmidse’ of ‘ smeltoven’ en kan in de context als een ‘soort ingenieur-soldaat’ worden geïnterpreteerd.
· Een verdere slotsom: de vertaling van het schriftteken “DINGIR” met “goden” is weliswaar gebruikelijk, maar strookt hier niet met de wortels van het woord. Af te gaan op de letterlijke betekenis van dat woord hebben we hier te maken met een groep “beslissingnemers” uit “vliegende objecten”.
· Eanna is normaliter de eigennaam van een tempel in Uruk. Deze behoorde toe aan An, d.w.z. de hoogste der DINGER. In het origineel staat ook niet ondubbelzinnig dat Eanna ui de hemel is afgedaald. Het valt eerder aan te nemen dat Eanna de plaats is ‘waar uit de hemel werd afgedaald’. En dat is ook een zinnige aanname, aldus Burgard, omdat een andere tekst verhaalt dat de DINGER-dame Inanna een “grote wijsgeer” dwong om samen met haar “in het midden van dat heiligdom van de hemel naar de aarde af te dalen”. En daar waar Römer “grote goden” leest, staat in het origineel tweemaal het Soemerische woord voor groot/lang. Daarmee worden echter geen tweemaal zo lange goden bedoeld, maar de "belangrijkste" DINGIR, hun bevelhebbers... .
· Als van de ‘uitwendige vormen’ sprake is die de DINGER geschapen hebben, kan dat nauwkeuriger worden vertaald in ‘bouwtekeningen’.
· Toen Römer het Soemerische woord ‘muru’ met ‘stofwolk’ vertaalde, knoopte hij kennelijk niet aan bij de vijf andere bekende tekstversies. Volgens die versies zouden de volgende varianten van de totale tekst mogelijk zijn:

‘Voor Uruk, de vurige wapensmidse van de ingenieur-soldaten van de beslissingennemers uit vliegende objecten, voor de tempel van An, de opperbevelhebber van deze vliegende objecten, waar uit de hemel afgedaald wordt, hebben de bevelhebbers van de DINGER de bouwtekeningen gemaakt. Dit grote bouwwerk
· Waar een wolk zich over de aarde verspreidt…
· Basis van An, waar vanaf de aarde gestart wordt…
· Waar de “heerlijkheid van An” van de aarde opstijgt…
· Een op de aarde gelegen opslagplaats van vliegtoestellen…
De verheven woning/woonplaats van An, door hemzelf gesticht, hebt Gij verzorgd. Gij zijt een heldhaftige koning!

Dankzij de nieuwe analyse die dr. Burgard op de spijkerschrifttabletten heeft losgelaten, kan na 5000 jaar de boodschap van deze tekst ontcijferd worden. In het Soemerische Uruk, waar de wortels van onze civilisatie lagen, bestond een complex dat volgens de plannen van de DINGIR-wezens, gebouwd werd. De gebouwen hadden iets met hitte en vuur van doen en van daaruit werd het ‘opstijgende en dalende verkeer (naar en van de hemel)’ gecoördineerd. We kunnen wel van een start - en landingsplaats spreken, maar moeten in het midden laten wat er met “hemel” bedoeld werd: vliegbestemmingen elders op de planeet aarde of reisdoelen in de ruimte.
De toestellen stegen op van op een verhoogde basis, waarbij ze door een wolk omgeven werden. Gilgamesj was beheerder het complex in Uruk. Een en ander vertoont opvallende overeenkomsten met het bijbelse verhaal van de profeet Ezechiël, die de ‘heerlijkheid des heren’ in vergelijkbare termen beschrijft, en dat zo gedetailleerd dat de NASA-ingenieur Josef Blumrich op basis daarvan een ruimteschip-landingsunit heeft weten te reconstrueren.
Ook bestaan er frappante overeenkomsten met de analyse van de benben-steen en zijn functie in Heliopolis. Beide hoogontwikkelde historische culturen (Egypte en Soemerië) geven onafhankelijk van elkaar dezelfde oorspronkelijke gebeurtenissen weer.
De gegeven analyse, schrijft dr. Burgard, zal duidelijk hebben gemaakt waarom vertalers bij voor hen onbegrijpelijke passages hun toevlucht nemen tot onzinnige beelden, die op een of andere manier natuurverschijnselen in het spel brengen… onze technologisch geïnspireerde interpretatie doorstaat echter de zogenaamde coherentietest, bevat met andere woorden geen tegenstrijdigheden – en dit geldt voor alle in de Soemerische taal gevonden versies! Idem voor de Egyptische variant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten