De geleerde F. Yates onderkende al in de jaren zestig dat ruimte in de collectieve herinneringscultuur een hoofdrol speelt. Ruimtelijke kenmerken helpen het geheugen door ‘interpunctie’. Hele landschappen kunnen voor het herinneringsvermogen van een cultuur als medium dienen. Ze worden gesemiotiseerd, tot gedenktekens verheven. T.G. Strehlow heeft dit in AustraliĆ« voor de aboriginals onderzocht en prof. Assmann voor de oude Romeinse wereld en voor de islamitische en westerse herinneringen aan het Heilige Land, Palestina.
Betlehem is voor miljoenen mensen overal ter wereld de plaats waar 2000 jaar geleden Christus geboren werd. Ter herinnering gaan ze er op pelgrimstocht, of om de herinnering op een andere wijze door te geven zetten ze met kerstmis een kerststal.
Voor de Toradja’s is dit de landingsplaats Tamborolangi bij Ullin.
Bouwwerken dien als medium voor het collectieve geheugen. Deze mnemotopen bewaren op zeer doeltreffende wijze boodschappen uit het verleden. Aleida Assmaan, docente literatuur - en cultuurwetenschap, concludeert dat geheugeninhouden met kernachtige beeldformules verweven worden. Architectonische complexen worden zo ‘belichaming van het geheugen’.
De multidimensionaliteit van het geheugen wordt vervolgens door mimetisch herinneringsvermogen opgewekt. De Toradja’s gebruiken de dans als databank, omdat zijn rituele verloop de aandacht van alle deelnemers bundelt en zo de grondgedachte van generatie op generatie doorgeeft.
De antropoloog Robin Horton heeft aangetoond dat geloofsstelsels zeer conservatief op nieuwigheden reageren: deze worden vermeden of getaboeseerd, omdat ze vrezen dat anders hun hele stelsel ineen zal storten, wat in hun ogen een totale chaos betekend. Maar de niet aflatende controle waartoe dit conservatisme neigt waarborgt ook het ongewijzigd voortbestaan van de mythen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten